Johann Georg Hamann beroemde citaten

laatste update : 5 september 2024

other language: spanish | czech | german | french | italian | slovak | turkish | ukrainian | dutch | russian | portuguese

Johann Georg Hamann
  • Onze rede komt op zijn minst voort uit deze tweevoudige les van zintuiglijke openbaringen en menselijke getuigenissen.

  • Niet alleen het vermogen om te denken berust op taal... maar taal is ook de kern van het misverstand van de rede met zichzelf.

  • Wat Tarquin de trotse zei in zijn tuin met de papaverbloesems werd begrepen door de zoon, maar niet door de boodschapper.

  • Alle menselijke wijsheid werkt en heeft zorgen en verdriet als beloning.

  • Elk natuurverschijnsel was een woord - het teken, symbool en belofte van een nieuwe, mysterieuze, onuitsprekelijke maar des te inniger vereniging, deelname en gemeenschap van goddelijke energieën en ideeën.

  • Alles is ijdel en kwelt de geest in plaats van hem te kalmeren en te bevredigen.

  • Alles wat de mens van den beginne hoorde, met zijn ogen zag, aanschouwde en met zijn handen aanraakte, was een levend woord; want God was het woord.

  • Als ik maar zo welsprekend was als Demosthenes, zou ik niet meer hoeven te doen dan één woord drie keer herhalen.

  • Inderdaad, als er een hoofdvraag blijft: Hoe is het vermogen om te denken mogelijk? - De kracht om rechts en links te denken, voor en zonder, met en boven ervaring? dan is er geen aftrek nodig om de genealogische prioriteit van taal te bewijzen.

  • De natuur is een vergelijking met een onbekend, een Hebreeuws woord dat alleen met medeklinkers wordt geschreven waaraan de rede de punten moet toevoegen.

  • Wat heb ik aan het feestelijk kleed van vrijheid als ik thuis in een slavenmok ben?

  • De filosofen hebben de waarheid altijd een scheidingsbrief gegeven, door te scheiden wat de natuur heeft samengevoegd en vice versa.

  • Zonder taal zouden we geen reden hebben, zonder reden geen religie, en zonder deze drie essentiële aspecten van onze natuur, noch geest noch band van de samenleving.

  • Als ik maar zo welsprekend was als Demosthenes , zou ik niet meer hoeven te doen dan één woord drie keer herhalen. Rede is Taallogo ' s; ik knaag aan dit marrowbone en zal mezelf er dood over knagen. Het is nog altijd donker over deze diepten voor mij: Ik wacht nog steeds altijd op een apocalyptische engel met een sleutel tot deze afgrond.

  • De natuur is een boek, een brief, een sprookje (in filosofische zin) of hoe je het ook wilt noemen.

  • Het publieke gebruik van rede en vrijheid is dus niets anders dan een dessert, een weelderig dessert.

  • Hoe verder de reden eruit ziet, des te groter is de waas waarin hij zichzelf verliest.

  • Poëzie is de moedertaal van het menselijk ras.

  • Zijn, geloof en rede zijn zuivere relaties, die niet absoluut kunnen worden aangepakt, en zijn geen dingen maar zuivere scholastieke Concepten, tekenen voor begrip, niet voor aanbidding, hulpmiddelen om onze aandacht te wekken, niet om het te ketenen.

  • Ik kijk naar logische bewijzen zoals een goed opgevoed meisje naar een liefdesbrief kijkt

  • Het product van papier en gedrukte inkt, dat we gewoonlijk het boek noemen, is een van de grote zichtbare bemiddelaars tussen geest en tijd, en, als weerspiegeling van de tijdgeest, duurt het zo lang als erts en steen.

  • Vandaar dat men woorden neemt voor concepten, en concepten voor de dingen zelf

  • Zelfkennis begint bij de naaste, de spiegel, en precies hetzelfde met ware zelfliefde; dat gaat van de spiegel naar de materie

  • Weinig auteurs begrijpen zichzelf, en een goede lezer moet niet alleen zijn auteur begrijpen, maar ook in staat zijn om verder te kijken dan hem

  • De dorst naar wraak was de prachtige natuur die Homerus imiteerde

  • De zwakheid van onszelf en van onze rede doet ons gebreken in schoonheden zien door ons alles stukje bij stukje te laten beschouwen.

  • Wat voor anderen stijl is, is voor mij ziel.

  • Een schrijver die haast heeft om vandaag of morgen begrepen te worden, loopt het gevaar overmorgen verkeerd begrepen te worden.

  • Een dorstige ambitie naar waarheid en deugd, en een razernij om alle leugens en ondeugden te overwinnen die niet als zodanig worden erkend noch willen zijn; hierin bestaat de heldhaftige geest van de filosoof.